Parkeerdeukje, wat nu? (Deel 2)

Na de inleiding van de vorige blog komt het voor dat een parkeerdeukje of bumperkrasje onvermijdelijk kan zijn. Zoals verteld zal ik in deze blog meer ingaan op de techniek van uitdeuken zonder spuiten. Dit is hard nodig om autorijdend Nederland bewust te maken van dit schaarse vakmanschap. En dan hoor ik je denken “schaars?” dat klopt, want maar 1 op 10 cursisten stroomt door in de praktijk. En in de praktijk (lees jaren) worden de fijne details aangescherpt tot perfectie, maar ook dit is per persoon verschillend. Kortom je moet een bepaalde vorm van skills hebben om dit vak professioneel uit te kunnen oefenen. En daarmee is een uitdeukspecialist zijn, een talentvol beroep.

En nu weet ik wel dat er op het wereldwijde web genoeg informatie te vinden is om zelf uitdeuken (zonder spuiten) uit te oefenen, maar wel op een amateuristische manier. Wat vaak best aardige resultaten oplevert als je in een “sloperd” rijdt. Haha, misschien gemeen maar je wil toch netjes met je eigen spullen omgaan? Je werkt er immers hard genoeg voor. Nog een ander gehoorde opmerking is dat men een cursus wil, of na de uitdeukcursus dit er graag bij willen doen (naast hun werkzaamheden of hobby). Dan kan ik je verklappen dat er veel mensen in de praktijk stranden, omdat er geen doorzettingsvermogen is. En stel je laat je deukje herstellen door een niet vakbekwaam persoon, dan kom ik graag terug op een eerdere opmerking van de vorige blog, je wist niet beter. En je denkt wellicht “dit zal het dan wel moeten zijn”, en het is inderdaad minder” (de schade). En dan krijgt de term “uitdeuken zonder spuiten” een andere wending in de markt.

Die vlieger gaat niet op bij een doorgewinterde vak-idioot, één die al jarenlang in het vak zit. Want restyler (uitdeuker cat. uzs) word je, omdat er “drive” is om iets moois te maken. Geen halfbakken werk, geen prijsvechter, geen hobbyist maar pure passie met vakmanschap!

 

De vraag hoe zit het met mijn parkeerdeukje?

Waar ik eigenlijk deze blog mee begon, heeft een simpel antwoord. Nadat je een deukje in je mooie bolide ontdekt hebt. Is het verstandig om het aan een specialist te vragen, of jouw deukje valt binnen deze herstel methode. Zelfs als je denkt dat vegen/krassen of lichte lakschade niet voor de techniek geschikt is. Want in 80 procent van de gevallen kun je dit heel mooi machinaal laten polijsten. Dus tip één: ga niet gelijk naar een autoschade-hersteller die zegt dat ze ook uitdeuken zonder spuiten aanbieden (lees de vorige blog). Want dat is vaak een schakel ertussen. Je wil de man of vrouw spreken die het doet, en die je vooraf een verwachting kan geven over het eindresultaat. En zo kan je deukje tot nieuwstaat hersteld zijn voor dezelfde prijs als een vergelijkbare volle tank benzine!

Daaropvolgende meest gestelde vraag is: “hoe doe je dat nou?” In de praktijk merk je gelukkig dat veel klanten echt geïnteresseerd zijn in het verrassende ambacht. Ik vertelde klanten graag over de techniek.

Uitdeuken zonder spuiten wordt gedaan op twee manieren of met elkaar gecombineerd. Neem bijvoorbeeld een deukje in een autoportier ter grootte van een twee-euromuntstuk (zo’n 25mm), zijn meestal ideale deukjes om de hefboomtechniek te gebruiken. Deze manier werkt met o.a. ijzeren stangen, lepels oftewel uitdeuktools die achter het plaatwerk worden geschoven. Om dan zo de deuk zorgvuldig terug te drukken tot het juiste niveau. Hier zijn verschillende hulpmiddelen voor om dit proces zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. De gereedschappen en hulpmiddelen zoals een uitdeuklamp (m.b.t. reflectie voor oog/tool coördinatie), beschermplaten, speciale hamers en nog veel meer, zijn nodig om een geslaagd resultaat te krijgen. In combinatie van een vakkundig persoon en deze tools masseert de restyler de deuk tot nieuwstaat.

De andere techniek is lijmtechniek, dat tegenovergesteld werkt dan de hefboomtechniek. Niet vanuit achter het plaatwerk maar vanaf de oppervlakte van het plaatwerk. Daar wordt een kunststof trekdopje op (de lak) de deuk geplakt, met speciale smeltlijm bestemd voor autolakken. En zo met knijpers of slagtrekkers voorzichtig het deukje naar boven gehaald. Hiervoor zijn meestal meerdere handelingen nodig, en het te hoogstaande plaatwerk wordt naar beneden geklopt met speciale hamers en stiften. Deze techniek is niet altijd geschikt om te gebruiken, dit heeft diverse redenen die de specialist kan toelichten. Dat deukje (die van 25mm) in het autoportier kan dus op verschillende manier hersteld worden, zonder dat overspuiten nodig is. Het bijkomend voordeel om te kiezen voor deze herstel methode geeft o.a. een hogere restwaarde, want er is niet gespoten zonder risico op kleurverschil, lakfouten of garantie issues. En is deze methode een milieuvriendelijke manier van klein autoherstel, met daarbij nog twee belangrijke voordelen! Een snelle reparatie met lage kosten.

En na de reparatie? Ben je het deukje na een week vast vergeten dat het er zat!